Zomer(1)

Over zomerfeest en zomerkRamp. 

Lekker oubollig plaatje hierboven he? Alsof je een of ander heerlijk tuttig tijdschrift uit de jaren 70 voor je snufferd hebt. Heb ik gedaan omdat buiten eten mij gegarandeerd een kindertijd-gevoel geeft (en ik ben kind van de jaren 70). Buiten wakker worden of theedrinken met een beschuitje met aardbeien, geeft mij ook dat onvervalste kindergevoel.

En ja, buiten eten is ook gewoon instant vakantie. Zeker op ons dakterras, omringd met alleen maar bomen in het uitzicht.

Het blijft een vakantiegevoel-paradijsje. En het eten smaakt ook altijd anders buiten, vind ik. Lekkerder.

Toch heeft buiten eten voor mij ook een andere kant. Dan heb ik ‘t niet over mijn angst voor wespen, die vanaf augustus lichtelijk beslag op mij legt. Gelukkig weet ik mezelf met enige regelmaat nog wel uit m’n eigen comfort zone te schoppen, om mij niet te laten opsluiten door de wespen.

Maar die ‘andere kant’ aan buiten eten, heeft met ‘t nu te maken en met vroeger.

Ons dakterras is riant en ruig tegelijk. Staat er iets teveel wind -boven kracht 3 (en dat gebeurt best vaak)- dan is het al lastig om het zonnescherm uit te gooien. Dat klappert dan teveel. En het is een enorm zonnescherm, dus er komt nogal wat wind onder. Onze nieuwe parasol kan die windkracht wel hebben, maar geeft maar een klein beetje schaduw. Het is op ons dakterras gewoon vrij snel wat te windrijk en tegen etenstijd, als de zon er pal op staat, ook gewoon bloedheet. Dus de weersomstandigheden moeten een beetje meezitten. Niet teveel wind zodat we schaduw kunnen maken, dan is het super.

Daarnaast heb ik bij buiten eten een tik overgehouden van mijn moeder.
Wij kids vonden in de tuin eten altijd een feestje. Maar dat werd eigenlijk steeds weer verpest door mams, die gewoon ronduit spastisch was in haar zorg dat we als gezin teveel lawaai zouden maken en de buren daar last van kregen. Terwijl uit de buurtuinen om ons heen een kakofonie aan geluiden fladderde -lachen, bestekgekletter, gemopper (gewoon leefgeluiden dus)-  moesten wij eigenlijk doen alsof we er niet waren. “Doe nou eens gewoon zachtjes met je bestek, Kiek!” werd mij (ik was een onhandigerd) vaak toegebeten. En lekker loltrappen tijdens het eten was geen enkel probleem binnenshuis, maar in de tuin ergerde ze zich groen en geel. “Je mag best gein hebben, maar dat kan ook zachtjes”.
Als we maar vooral niet te horen waren, we moesten nog net niet fluisteren… Gek genoeg had ze dat alleen tijdens het eten. Verder konden we vrij en blij in de tuin ravotten.

Mijn vader nam het mijn moeder best wel kwalijk dat ze het allemaal zo spastisch benaderde, bij ‘t buiten eten. Maar hij wilde dat niet te duidelijk zeggen waar wij bij waren. Dus keek hij haar verwijtend aan, met een zucht erbij en dan zei mams steevast: “Wim, ik vind het gewoon niet nodig dat de hele buurt ons hoort!”
Heel gezellig, buiten eten. Eigenlijk gewoon één grote kramp. En toch wilden we dat wel graag, want het was tegelijkertijd vakantiegevoel. Even anders dan anders.

Als ik nu buiten zit te eten samen met m’n husband, voel ik altijd nog steeds een klein snufje van die kramp van toen. Als ik mijn bestek iets te hard op het bord laat vallen, of te hard moet grinniken om een grap van Dejan, dan voel ik mij een tikkeltje bezwaard. ‘Oh jee, heeft iemand dit misschien gehoord…?!’.

Ik probeer er maar om te lachen en mezelf juist te vertellen: ‘ik mag gewoon buiten zitten, ik mag ook gewoon geluid maken (zonder te overdrijven) en ik mag vooral genieten’.

Buiten eten.
Als de wind niet te streng is en ikzelf óók niet…dan is het een feest!

Fijne zomeravond.
Kiki

 

 

 

▼ Zomer deze dagen, ook op onze daktuin.