Sinterklaas in het ziekenhuis?
We hebben nog geen uitslag van ‘het wondvocht’, komt morgen (als morgen maar niet weer ‘morgen’ wordt…). Ik heb nog steeds vertrouwen dat het wondlek geen hersenvocht is. Maar om naar huis te mogen, moet die wond sowieso gewoon droog en dicht zijn. Ik kan er nog even niks anders van bakken voor mezelf, de wond blijft lekken en dus moet ik blijven en wacht af. Voor nu wacht ik vooral op bezoek van mijn lieve Dejan. Feestje van de dag! Hij is in aantocht, mijn held. Moet in dit weer, zelf verkouden (zat dinsdag met 39 koorts naast mijn bedje, ik had niks door want ik was nog half lam) steeds maar 2 uur heen en 2 uur terugreizen. En mijn voorstel aan hem om een dagje thuis te blijven, wijst hij resoluut af. Hij is een ongelofelijke bikkel-engel en onze liefde is standvastiger dan de hoeveelheid pech.
Ik heb nu permanent een kamertje alleen hier op neurochirurgie. Een lekker ‘prikkelarm plekkie’. Op de andere kamer liep het storm met bezoekers, de hele dag door was het reunie’s houden geloof ik. Op een gegeven moment zat een meneer met z’n dikke reet bovenop de tafel voor mijn bed (is dat Brabantse gezelligheid…?) en z’n ‘bouwvakkers-decollete’ stak door een kier van mijn bedgordijntje heen. Nogal intimiderend op een bepaalde manier. En dan gaat ie vragen aan mijn collega patient: ‘gaat het even niet zo goed met Kiki, dat haar gordijn dicht is?’. Duh.
Ik ben blij dat ik niet nog langer in een publieke huiskamer lig. Iedereen maakt het zich gemakkelijk, en ik lag daar een soort van verstopt achter een gordijn om nog een beetje eigen ruimte te hebben. Dejan en ik steeds fluisteren als we samen zijn, geen ruimte innemen en de anderen zitten gewoon met het bezoek luidkeels door elkaar te praten, alsof ze thuis zijn met niemand anders erbij. Bonkt zo lekker in je hoofd al die stemmen door elkaar, als je oor dicht zit en je een hersenoperatie hebt gehad. Nog nooit meegemaakt in een ziekenhuis. De verpleging vindt het bizar wat daar gebeurt met al dat bezoek. Maar wat ze dan doen, is ons vragen, waar iedereen bij zit: ‘Als je er last van hebt, moet je het zeggen he?’. En dat doe je niet zomaar terwijl iedereen het kan horen. Ik denk dan: als jullie als regel hebben ‘niet meer dan 2 bezoekers per bed, en rustig doen’ dan moet je die regels beter communiceren, scherper bewaken en ons beschermen. Maarja, is ook kennelijk lastig voor hen om dat probleem te tackelen (want gezellig bezoek is natuurlijk ook bevorderend voor het herstel). En ook ik ben dankbaar dat Dejan de hele dag hier mag zijn… Maar wij zijn ons geloof ik wel aardig bewust van de omgeving en doen zachtjes, blijven in een klein hoekje bij mijn bed en zijn niet tot last.
Anyway. Voor mij is dat allemaal niet meer relevant nu: ik lig alleen, ik blijf alleen (als het goed is) en ik kan tot rust komen en hoef geen heftig lawaai meer te horen. Ik ben ze heel dankbaar dat ze dit besloten hebben.
Als Dejan straks komt, gaan we even naar beneden wandelen, en daarna samen op mijn bed hangen en alle sinterklaasjournaals van afgelopen week (gemist vanaf maandag) bekijken. Knus doen gewoon even. Ziekenhuisje Boslust in Tilburg. Eind van de dag gaat Dejan weer naar Dieren, naar onze lieve Dirk en co. Vriendin Anita is zo stoer om ook vandaag weer op te passen, de brandblusser!
En zo leggen we de puzzelstukken beetje voor beetje bij elkaar, elke dag opnieuw.
Morgen meer duidelijkheid (zeggen ze hier), en hopelijk de woorden ‘naar huis’ daarin verwerkt…? Het ontslaggesprek willen ze nog niet voeren met mij, omdat ze geen idee hebben wanneer ‘naar huis’ een optie wordt en mij geen valse hoop willen geven. Maar ze kunnen lekker toch niet bepalen wat ik wel en niet hoop, ha! En ik hoop: huis. Yeeeeeeyyyy! Ik ben grown up genoeg om te weten dat hoop niet hetzelfde is als belofte. Maar mijn guts feeling is gewoon goed en dat ga ik niet tegenspreken natuurlijk.
Nou, dag hoor…
(ja, het blijft sinterklaastijd, ook voor patienten…)