Suikerbloemen, speuren naar mos, verjaardagstaart en Dirkje-bos.
De (pleeg)mannetjes zijn hier en het gaat goed. Ook Dirk-gerelateerd gaat het ‘goed’. We merken aan de mannen dat ze hem missen (‘dat hij niet de deur open had gemaakt als wij in bed zijn’) en de dingetjes die we verzinnen om samen met hen bij Dirk stil te staan, slaan goed aan. Dolenthousiast speurden ze in het bos naar mos voor het grafje van Dirk en ze konden bijna niet wachten tot het moment dat we het mos op Dirk z’n plekje neerlegden.
Als je kinderen een uitvaart zou laten organiseren, zou het een groot feest worden ☺️?
Doordat zij in het bos gericht aan het zoeken waren naar mos voor Dirk, keken wij voor het eerst sinds twee weken, ook weer meer om ons heen. De afgelopen 2 weken liepen we met gebogen hoofden door het bos, en waren het wandelingen om in beweging te zijn en niet op de bank verstikt te raken in ons verdriet. Het bos was een vanzelfsprekende factor daarbij, en troostrijk. Maar vandaag konden we ook weer kijken en zien dat het er zo mooi is. Vooral met overal ‘poedersuiker’ rijp.
Nu we weer om ons heen keken, zagen we wel heel veel plekken en paadjes waar Dirk-herinneringen liggen… Boomstammen waar Dirk overheen gesprongen is, paadjes waar we vaak kwamen, plekjes waar we foto’s maakten. Het deed zeer. Maar het is wel een pijn die al wat zachter aanvoelt dan bijvoorbeeld een week geleden. De scherpen randen beginnen rondingen te krijgen.
Intussen gaven we de mannetjes vanmiddag in het bos ook de opdracht om bevroren plassen met een stok open te maken zodat de bosdieren wat drinkplekken hebben. Daardoor hadden ze een extra missie naast het mos zoeken. Het werd voor hen een levendige wandeling waarin ze genoten van al die witte plekken en trots waren op hoeveel ijsplassen ze open wisten te maken en hoe mooi het mos was dat ze voor Dirk hadden verzameld. De kans is groot dat het mos op het grafje niet aanslaat met deze vrieskou, de aarde van het ‘grafheuveltje’ is keihard bevroren. Maar in onze eigen tuin hebben we ook genoeg mos. Dus als t.z.t. de kou voorbij is, gaan we Dirk z’n heuveltje alsnog echt goed bekleden ermee.
Verder vinden de mannetjes het mooi om kaarsjes aan te steken voor Dirk. Vanavond bij het eten mogen er weer 3 minikaarsjes aan: een van de jongste, een van de oudste en een van ons, net zoals gisteravond. En zodra het schemert, steken we samen de rode herdenkingslichtjes bij Dirk aan. Ze zijn nu aan het spelen maar daarnet vroeg de jongste al ‘Wanneer mogen we weer naar Dirk toe?’. Jeetje, wat een vraag! Wat mooi dat het zo kan zijn. Een vraag van een kind dat niet verdrietig is, of in elk geval niet ons verdriet overneemt, maar een kind dat het gewoon fijn vindt om voor Dirk een mooi plekje te maken en dat de – voor ons zo harde, pijnlijke – realiteit accepteert zoals ie is. Mooi.
Verder zijn ze ook gewoon heel vrolijk. Maandag is de jongste jarig en vandaag vieren we dat hier. Hij was helemaal over the moon toen hij z’n cadeau uitpakte (heel simpel: een stoere truck) en taart eten is ook feest natuurlijk. Kaarsjes uitblazen ook. Een lief cadeautje en een hand krijgen van de buurtjes al net zo.
Feest en verdriet, dat is de mengelmoes waarin Dejan en ik ons dit weekend bevinden. En het is oke. Wij gaan nu de lichtjes bij Dirk aansteken. En vervolgens duik ik de keuken in om een wintermaal te fabriceren. Boerenkoolstamppot. Omdat het koud is.
Tot gauw.