Dinsdagavond 23.27 uur
Een drukke, enerverende dag achter de rug. De laatste behandeldag van Dejan, tegen zijn (hopelijk verdwenen) keelkanker.
De laatste bestraling, ik mag mee naar de bestralingstafel. De ruimte is mij bekend, ik heb er zelf 2 jaar geleden in gelegen.
Als ze Dejan voorbereiden op de tafel wordt zijn hals ingepakt met plastic folie, om te beschermen tegen het masker. De hals is helemaal verbrand en er zitten wondjes, door de bestraling. Het kunststof masker zou te scherp zijn op dat kwetsbare gebied. Gelukkig is het de laatste keer met zijn masker. Zijn opbergbox wordt erbij gepakt, het masker eruit gehaald en over zijn gezicht en hals aan de tafel vastgeschroefd. Zijn handen gaan in een band, zodat die niet naast de smalle tafel ‘vallen’. Er komt een dekentje over zijn bovemnlijf, hij heeft het koud.
Bij alle voorbereidingen (inclusief het goed afstellen van de positie van zijn hoofd met het bestralingsplan) houdt hij mijn hand vast. Als ik er aan denk dat hij minstens 30 keer dit alles heeft moeten ondergaan zonder mijn ‘steunende hand’, word ik een beetje verdrietig. Als je claustrofobisch bent en dan met je hoofd wordt vastgeschroefd, opgesloten zit en geen kant meer op kan, wetende dat niet alleen de tumor kapot wordt bestraald maar alles in dat gebied -en dat de consequenties daarvan groot zullen gaan zijn- dan moet je heel hard werken om rustig te blijven liggen. Dejan heeft dat al die 34 keren dapper en sterk gedaan… Mijn held.
In de auto bij lieve Randi (een ruilkring maatje) terug naar huis, dringt lichtjes tot Dejan door dat het erop zit. Maar nog niet wat betreft het afzien. De problemen zullen komende week nog erger worden, om over 2 weken te gaan afnemen. Ga er maar aan staan…
Thuis smeer ik wondverband dik in met de medische zalf van het ziekenhuis en ik ‘plak’ de verbanden op zijn hals, conform de instructies in het ziekenhuis. Een ritueel dat heel erg pijnlijk is voor Dejan, elke keer weer. Dan doe ik gaas eromheen dat zelfklevend is en zo heeft hij een ‘vette kraag’ tegen de verbrande wonden in zijn hals. Als het geheel eenmaal goed zit, geeft het wat verlichting aan de pijn. Hij kruipt onder de wol en ik drink koffie met een bevriende buuf die op Freek heeft gepast. Morgen draaien we het om: dan pas ik op haar hondenkind. Fijn, zo’n hondenmoedertjes-ruil-deal.
De rest van de dag vul ik met zorgen voor de beestjes (met Freek de stromende regen tussen de middag), een hele berg afwas wegwerken, koken voor mezelf, Dejan helpen met medicatie.
Dan in de avond proberen Dejan moed in te praten om zijn mond te spoelen (dat moet een aantal keer per dag en is heel belangrijk, maar een martelgang momenteel. Want ook in zijn mond allemaal wondjes en blaren van de bestralingen. Ook heb ik een gesprek met Marco van de wijkverpleging die rond 20.30 uur langskomt. Een fijn gesprek. “Jullie doen het heel goed, we komen gewoon voor wat gevoel van steun en een beetje ontlasten van jou” zegt hij tegen mij. Daar ben ik heel erg blij mee. ’s morgens doen zij de wondverzorging van Dejan, ’s middags en ’s avonds doe ik het. In de ochtend helpen ze hem met zijn hals spoelen met water, in de avond doe ik dat. En verder kijken ze mee met wat er nodig is en of alles oke gaat en dat geeft mij een rustig gevoel. Marco is heel relaxt en prettig, vinden we allebei.
Dejan slaapt zo’n beetje de hele dag. In de avond heeft hij net even een energiepiek om zijn mond te spoelen (wat met een hoop pijngeluiden en kokhalsneigingen gepaard gaat in de badkamer). Daarna spoel ik met de doucheslang langzaam zijn hals schoon. Ik doe nieuwe ingevette verbanden op zijn hals-huid, wikkel er weer zelfklevend gaas omheen en mijn lieve, arme Dejan is klaar voor de nacht.
Dan wacht mij nog een flink to do lijstje. Ik ruim de keuken op, die is een bende geworden. Maak daarbij ook een ongelukje in de koelkast schoon, maak mijn eigen reumamedicatie klaar en bereid de medicijnen voor Freek en Jasper voor. Jep, de hele familie aan de pillen en de drankjes. Waarbij Jasper de enige is die het allemaal nodig heeft vanwege zijn respectabele hoge leeftijd, Freek en wij omdat we gewoon dikke pechvogels zijn.
Ik loop het 4e en laatste wandelingetje met Freek, het is 22.30 uur en koud en vochtig buiten, mijn lijf is niet blij, maar het lukt wel gewoon. Niks aan te doen, geen keuze.
Teruggekomen geef ik de beestenkindjes hun zorg. Jasper z’n snuitje moet schoongemaakt vanwege verkoudheid, dan krijgt hij een spuitje in zijn bekkie tegen diezelfde verkoudheid. Freek krijgt druppels over zijn brokken en daarna krijgt Jasper nog druppels over zijn voer. Ik ruim alles op, eet nog een bakje havermout als bodempje voor mijn eigen pillen. Doe vervolgens de lichten uit, staar even uit het raam en hoor een bosuil, mooi.
Ik zie dat Dejan al zo goed als vertrokken is, hij krijgt nog net mijn kusje op zijn hoofd mee (we slapen allebei te onrustig en dus nu even helemaal apart) en ik verhuis met de beestenkindjes richting mijn bed. Freek slaapt op een grote poef naast het bed -noem het gerust een riant hondenbed- Jasper op een bankje bij het bed. Freek moet een ‘hondenluier’ aan ’s nachts (door een probleempje dat ik wel eens heb uitgelegd hier) dus die doe ik om bij hem. Voor hem de normaalste zaak van de wereld inmiddels, hij staat er al klaar voor en krijgt brok als beloning. Jasper pikt daar graag een graantje van mee -die krijgt dan namelijk steevast ook een brokje van Freek- en dus zitten de kereltjes naast elkaar op bed te wachten tot ik eraan kom.
Als dan iedereen voorzien is van van alles, stap ik doodmoe -maar ook wel met een kleine glimlach onder de wol. Dejan slaapt rustig inmiddels en hoeft morgen gelukkig nergens naartoe met zijn uitgeputte, moe-gevochten lijf. Dat is een gedachte die me een klein beetje geruststelt. Hij heeft intussen weer een moeilijke dag doorstaan met veel pijn en ongemak. Maar: wel doorstaan. En ook weer een dagje dichterbij betere tijden (hopen we dan maar). En dan te bedenken dat we 3 maanden geleden nog geen idee hadden van wat ons nu te wachten zou staan.
Het leven doet rare dingen, bedenk ik me als ik in bed lig. Aan de ene kant is het vol met pijnlijke stekels en aan de andere kant is er ook steeds weer troost. Zachtheid. Een beetje zoals de beukenootjes bovenaan (foto die ik jaren geleden maakte).
Ik lees nog wat en Freek en Jasper slapen ook al diep intussen, wat gepaard gaat met allerlei lieve geluiden.
Morgen weer een dag. Met veel uitdagingen. Maar we komen er doorheen.
Ik ga me maar ‘s bij mijn mannen voegen in dromenland.
Goeie nacht.
Kiki