Woensdag 22 mei 2019

Weerbarstig…

Het ging harder en harder. Stemmen werder luider, echo-den harder door de ruimte en deden, schel en fel als het werd, pijn in m’n hoofd en oren. Aan tafel met 14 man voor een feestmaal in een oud, voormalig postkantoor is geweldig, heb ik zaterdag mogen ervaren. Maar een groot nadeel was het geluid. Hoge plafonds en 14 personen: heftig.

Toen ik mijn eigen buurvrouw niet meer kon verstaan en al die stemmen door elkaar in m’n hoofd bonkten en dreunden, ontplofte ik. ‘Hallloooooooo!!!! Als we nou allemaal iets zachter praten, kunnen we elkaar ook allemaal weer verstaan!’ schreeuwde ik over het lawaai heen (verrast door mijn eigen volume). Ineens was het stil. Iedereen keek mijn kant op en met terugwerkende kracht schrok ik van mezelf. Dejan zat te gniffelen, mijn buurvrouw Jacqueline schaterde. ‘Nou, dat heb je geweldig gedaan Kiek, het is in een klap stil’. Dat ik het niet erg subtiel had aangepakt, was me ook wel duidelijk. Dat het hielp, en het een stuk minder rumoerig werd, luchtte op. Ik geloof dat de helft zich had verbaast over mijn verzoek (vriendin Anette praat veel en kan ook hard praten, maar zat in haar eigen ogen denk ik gewoon gezellig te converseren, ha!) en de andere helft was me dankbaar.

Waar anderen misschien moesten grinniken om mijn uitbarsting, of me aankeken met een blik van: ‘alles goed met je?’ zat ik er nog 10 minuten over in. Ik had me misdragen in mijn eigen ogen, ook al werd me om me heen verzekerd dat ik terecht aan de bel trok. Ik heb moeite met lawaai, veel meer dan voor de operatie. Het maakt me helemaal gek, op een gegeven moment. En dan plof ik dus.

Dit was dan nog een onnozel moment. Maar, los van afgelopen zaterdag: ik ben in het algemeen wel een weerbarstig tiep. Ik heb er moeite mee om diplomatiek te blijven, mee te bewegen als ik er niet in geloof, het handig aan te pakken. Ik kan fel uit de hoek komen en ik kan moeilijk ‘onderhandelen’. Dejan zegt altijd dat ik een heel sterk gevoel voor rechtvaardigheid heb en dat drijft me ook enorm. Meestal ga ik, als ik voel dat iets echt niet fair is in mijn ogen, de strijd aan. Ik ben de laatste jaren wel veel beter in staat om mijn ongelijk ook te zien, en te ervaren dat het uitwisselen van ieders waarheden juist ook verbindend kan zijn, verrijkend.

Er zijn overigens ook momenten waarop ik meteen, instinctmatig voel hoe zinloos het is om mijn gevoel voor rechtvaardigheid te volgen. Als ik me in de hoek gedreven en gemanipuleerd voel, dan treed er bij mij een ander instinct op: vluchten. Dan kan het bijna giftig aanvoelen voor mij. Zo’n slang die ineens uit een onverwachtse hoek komt aansissen. Ik bijt dan misschien nog even van me af maar dan zegt mijn intuitie toch wel: ‘ga maar gauw weg, dat is veel beter’. En dan ga ik ook. Maar als ik me juist verbonden voel met een onderwerp of persoon, en dus niet wil vluchten maar iets met hart en ziel aan wil gaan, dan kan ik heel weerbarstig zijn. Onhandig ook.

In mijn mentorschap-jaren heb ik zoveel onrecht gezien. Naar mijn client zelf, maar ook op andere vlakken. Ik ging dan de strijd aan en dat heeft veel opgeleverd maar ik deed dat niet altijd handig. Toch waren andere mentoren die  wel diplomatiek waren, voor mij ook niet echt een inspiratiebron. Iedereen liep te mopperen op de stichting bijvoorbeeld, maar niemand sprak het echt openlijk en eerlijk uit naar de personen die verantwoordelijk waren. Dus deed ik het, en ik werd daarmee de lastpak. De mevrouw die de baas was, kreeg de pest aan mij. Sommige andere (wat jongere) leidinggevenden konden het nog wel waarderen, dat lastige. Maar ik was op een gegeven moment alleen maar lastig en niet handig.

En ik heb veel voor Jan kunnen doen, maar in de laatste periode had ik het gevoel: nu moet er een opvolger in, nu krijg ik het niet meer voor elkaar, nu word ik alleen nog maar heel boos om alles. Als ik was doorgegaan als mentor en mezelf niet enorm had ‘getemd’ dan was dat op den duur ten koste van Jan z’n belang gegaan. Toen ik met neurospook en operaties kwam te zitten, besloot ik dat dat de druppel was en ik eruit moest, dat ik niet meer de geschikte mentor was, die ik daarvoor wel kon zijn.

Ik weet dat ik met mijn scherpe voelsprieten, mijn tegendraadse ideeën (ik heb een schijthekel aan al dat geconformeer en ass kissing overal) en met ‘verklaren en analyseren als hobby’ best iets bij te dragen heb. Maar ik voel ook hoe je daar niet veel mee wint als je dat niet meer met kracht en verve doet. Ik merkte steeds meer dat ik te vaak en teveel aarzel. Ik wacht te lang en dan schiet het eruit, dat wil ik niet. Bij mij werd mijn tegendraadsheid geen kracht meer maar een last. Inmiddels weet ik ‘m op een fijne manier in te zetten. Met mijn eigen projectjes.

Zolang ik maar lekker bezig ben met mijn eigen dingen in mijn eigen domein, sta ik in mijn beste kracht en zie  ik hoe anderen daarvan meegenieten en zich laten inspireren. Ik moet niet op het strijdveld, ik moet in mijn huisje. Ik moet niet opstoken maar koken. Ik moet me niet opwinden maar verbinden. Ik moet lekker rondhangen in ons domeintje Boslust en wie zin heeft met mij mee rond te hangen en te genieten van wat ik kan geven, is warm welkom.

Toch wil ik een lans breken voor de weerbarstigen onder ons. De tiepjes die niet gaan voor glad en gelikt maar voor scherp en puur. Niet voor de hand liggend en de gemene deler, maar het onverwachtse, het eigene. En voor de mensen die doen waar ik geen zin meer in had: de barricades op gaan. Die zich niet handig conformeren en zo een gladjes en gelikt pad voor zichzelf maken maar die tegengas durven geven en een hobbelige weg durven te nemen. En dat hoeven niet alleen strijdende tiepjes te zijn. Laatst las ik deze: ‘Ode aan de mensen die losgeslagen en  bohemian to the max durven te zijn, niet een weekendbohemian’. En ik wist precies wat hij bedoelde.

Toen ik kortgeleden van lezer Mirjam een leestip kreeg – een brief van schrijfster Susan Smit in de Happinez- door Mirjam bedoeld als hart onder de riem voor mij, toen dacht ik: ooit deel ik die op mijn blog. Vandaag is dus dat ooit.

Ikzelf kies voor iets minder weerbarstig tegenwoordig. Omdat ik niet veel meer toevoeg met mijn felle rechtvaardigheidsdrang. Ik moest dimmen van mezelf, en mijn huidige uitlaadklep – om mezelf te kunnen blijven en niet mee te gaan op een route die ik niet geloof – is ons op maat gemaakte leventje met de projectjes die daarin hun plek hebben en mensen blij kunnen maken, hoe piepkleinschalig ook. Ik geef nu hopelijk liefdevol tegengas met de kleine dingen die ik doe. Dat bevalt me beter dan (te) heel hard roepen, heb ik zaterdag aan die lawaaitafel maar weer eens gemerkt ?.

Ben je (ook) weerbarstig, niet te temmen, vol waarheidsdrang, scherpe intuïtie, en vol weerstand tegen na-apen en copycatten? Ben je stronteigenwijs, schreeuw je je longen uit je lijf voor wat goed en eerlijk is, en neem je bepaald geen diplomatiek blad voor je mond? Kortom: word je gezien als een lastpak? Dan is deze is voor jou…

Tot gauw.