Dirkmoment, voer voor sombere tijden, lichtpuntjes.
Die vrijdag dat onze Dirk was doodgegaan, vergaten wij te eten. We beseften pas de volgende dag dat we helemaal geen avondeten hadden gehad. En we beseften die zaterdag ook dat gezond eten een must was voor ons. We waren moe van 6 onrustige nachten rond de zorg voor Dirk, en 3 lange infuusdagen met hem. Er moest steeds een van ons wakker zijn bij Dirk om bepaalde dingen in de gaten te houden, het is teveel om dat allemaal uit te leggen maar in elk geval: wij hadden gebroken nachten. Bovendien hadden we na de kerstdagen een hoestvirus opgepakt van de pleegkids, en mijn hoofd en lijf moesten ook nog verder herstellen van de operatie, wat dan meteen ook meer fysieke druk gaf voor Dejan, die meer ‘taken’ op zijn schouders had.
Gezond proberen te eten dus. Maar kook-liefde voelden we totaal niet, integendeel. Er was alleen liefde voor elkaar en elkaars gebroken hart. En er was het besef dat onze kat Jasper en de kippetjes ons nodig hadden. Maar verder kon het ons allemaal geen reet meer schelen, vooral de eerste paar dagen nadat Dirk was overleden. Zo snel mogelijk een gezonde hap in elkaar flansen (en die dan bij de tv wegwerken) zodat je de nodige stoffen binnenkrijgt, dat was wat we deden.
We aten kant en klare aardappelpuree (een redelijk natuurlijke, van de Emte) met veel sperzieboontjes (diepvries, snel klaar) en een stukje vega vlees. En we aten kant en klaar salade’s, waar niks aan was maar die wel gezond waren. Verder aten we mandarijnen, heel veel mandarijnen. In het bos, bij het wakker worden, als lunch, bij de tv. Ook snoepten we chocola: ons comfortfood.
Een paar dagen daarna, begon de behoefte aan comfortfood bij het avondeten ook toe te nemen. We maakten niet meer alleen ‘voer om stofjes binnen te krijgen’, maar kregen behoefte aan ‘troostvoer’. Dat moest dan wel gezond zijn nog steeds. Dus werd het groentesoep, met vermicelli. Het doel was nog steeds: snel klaar, geen zin in een millimeter meer moeite dan nodig. Ik roerbakte 2 zakken zoekgroente in een flinke plens olijfolie, deed daar bouillonpoeder bij, water en liet dat 5 minuten koken. Daarna voor nog 3 minuten de vermicelli (een Italiaanse, die van de Nederlandse merken worden te snel papgaar) erbij en we hadden een kom troost die niet al te ongezond was. Erbij een tosti in de koekenpan.
Ook comfortfood: rode kool met appeltjes. Niet zelfgemaakt (want dat gebrek aan kooklust) maar uit de diepvries weer. Erg lekker moet ik zeggen. Kun je het zelf niet voor maken. Alle merken diepvries rode kool lijken op elkaar begreep ik van iemand, dus misgrijpen kan kennelijk niet. Ook daar weer een stukje vega vlees bij en weer aardappelpuree. Met Vega jus (van justabletten, heel fout en toch heel lekker als het je allemaal niet zo kan bommen).
Ook fijn troostvoer: rijst met wat courgette erdoor, sperzieboontjes, kant en klaar gebakken uitjes, tuinerwtjes, peterselie, paprika en een snuf kerriepoeder (eerst even het poeder bakken in de olie voordat je de rest erbij doet, dan doet de smaak extra goed z’n werk). Als ik heel eerlijk ben: witte rijst was echt troostvoer, in zilvervlies hadden we totaal geen zin. En ik moet ook toegeven: deze hap hadden we in de vriezer, dat was nog van de dagen dat ik net uit het ziekenhuis was en nog geen ‘stevig eten’ kon hebben (ivm snel misselijk zijn).
Verder aten we ook kant en klaar pizza’s met extra toevoegingen zoals olijven. We maakten er een salade bij. En een keer liepen we langs bij de Turkse kruidenier en sprokkelden we daar ons maal bij elkaar. Turks brood, olijven, haloumi om te bakken (Griekse grillkaas) en tomaten, komkommer en paprika voor een salade erbij.
Ook ontdekten we in de supermarkt bij de diepvriesgroente de grillgroenten (Bonduelle). Aubergine, paprika, alles gegrild en lekker. Zelf even roerbakken, en dan aanvullen met wat je geschikt lijkt. In ons geval was het weer aardappel en vega vlees. Want alles draait nog steeds hoofdzakelijk om ‘de benodigde zaken binnenkrijgen’.
Eten aan tafel lukt ons nog niet. Als de pleegmannetjes komen vrijdag, ‘moeten we wel’. We willen met hen ‘ervoor gaan zitten en echt met aandacht eten’. Dus vrijdag gaan we aan tafel. Tot dan, eten we op de bank. En eten we om ‘gezond te blijven’. Allebei zijn we inmiddels hersteld van de verkoudheid en ook al wat minder moe (al kan verdriet je ook behoorlijk lamlendig maken, maarja de wateren stromen waar ze zelf willen, oh oh…).
Anyway. Ik voel dat de kooklust, en ook het oppakken van mij kookproject in het huisje, weer terug zullen komen, maar op de langere termijn. Net als dat Dejan en ik al kunnen voelen dat voor de toekomst een ‘zusje voor Dirk’ een hoopvol en fijn idee is, maar er nu nog niet aan moeten denken. Een voorproefje van die kooklust was er gisteravond even, toen ik van een blik geopende kastanjepuree met laffe smaak, een feestelijk toetje voor mijn husband maakte (foto hieronder). Ik maakte de puree op smaak met vanillesuiker, chocoladepasta, beetje zout, beetje agave, stopte die in een kookring, deed er slagroom op en wat cacaopoeder en had een – voor heel even – gelukkige Dejan. Instant blijheid. Van korte duur, maar toch, het zijn de eerste tekenen dat er iets aan het ‘helen’ is. Praten over Dirk, denken aan Dirk z’n mooie momenten (een dagenlange film), helpen dat helende vermogen ook een handje.
Elke dag, meerdere keren per dag zijn er momenten waarop ik automatisch iets Dirk-gerelateerds wil doen en besef dat het niet meer hoeft. Gisteravond was dat het dienblad met eten buiten bereik van Dirk neerzetten (ik moest nog even iets pakken in de keuken). Het voelde zo droevig om te beseffen dat Dirk er niet meer bij kan… Maar ergens was er daarna ook een grinnik, de gedachte aan wat Dirk ermee zou hebben gedaan als hij de kans had gekregen. Ooit sleepte hij een hele punt Brie van een tafeltje met zich mee. Op zich was Dirk helemaal geen bedelaartje. Maar als iets te verleidelijk voor z’n guitige snuit stond te geuren, en wij waren niet vlakbij, dan greep hij z’n kans. En gelijk had ie, Dirk Doerak!
Hij is er nog…❤︎
Lichtpuntjes
✦ Ik ging wandelen en koffiedrinken in het dorp, met Anita. We kletsten veel over Dirk, maar ook over het leven, hoe zij gaat, hoe ik ga. Het was een fijn samenzijn. Een warm dekentje.
Gisteren zag de eigenaresse mij zoeken tussen de hyacintjes en de blauwe druifjes en toen vroeg ze: ‘Hoe is het nu?’. Dat alleen al vond ik zo lief! Het was er heel rustig, en we raakten weer aan de klets. Over hoeveel pijn het doet, en dat je hond gewoon je hondenkind is, maar nog veel meer. Ze vertelde dat zij en haar man die avond nadat ons zagen en van ons hoorden dat Dirk dood was, nog lang over gesproken hadden over een hond in je leven, de dood van je hond, Dirk en ons. Wij zijn daar vaste klanten en Dirk kwam altijd mee. Dan werd ie warm onthaald. De eigenaresse zei vandaag: ‘Jullie zo zonder Dirk, het ziet er zo gek uit, het klopt niet’.
We stonden al gauw een half uur te bomen, ook over hun hondenkind. Aan het eind vroeg ze of de hyacintjes en de blauwe druifjes die ik pakte, voor bij ons binnen waren. Ik zei dat ik ze o.a. op tafel neer wilde zetten, bij een kaars. ‘Je krijgt het van mij’, zei ze toen. ‘Voor Dirk’. Ik liep de winkel uit met een getroost hart. Er hangt zoveel liefs rond onze Dirk…
Hieronder een paar foto’s van de laatste dagen met meneertje, in de dierenkliniek tijdens de infuusbehandelingen. Het is verdrietig om te zien, en tegelijkertijd geeft het ook rust: we weten elk geval dat we alle kansen die er lagen, hebben vastgepakt en dat we Dirk veel geborgenheid hebben gegeven. Temidden van zijn roedeltje liet hij alles rustig gebeuren, van infuusbehandelingen tot en met het slapengaan op de laatste dag van zijn 11 jaar lange, lieve leven. En die rust bij Dirk, en het feit dat wij daarin een paar keer heel stevige keuze’s hebben gemaakt om hem dat te kunnen bieden, dat geeft ons nu wel wat meer ‘vrede’. We missen hem verschrikkelijk. Maar we weten dat het voor Dirk goed was zo. En dat zielenkind van ons is nu eigenlijk al heel vaak heel positief aanwezig, in ons hart.
Wij gaan zometeen naar Nijmegen. Het is gek om samen weg te gaan zonder Dirk, en zonder dat er oppas thuis is. Of Dirk bij vrienden. Het is ons Nieuwe Normaal. En ergens is het wel fijn om weer even in ‘mijn stad’ te zijn.
Oh oh, die lieve Dirk…