Tel je zegeningen.
Dat was in augustus 2011 het liefdevolle advies van mijn vader aan mij in de laatste momenten van zijn leven, toen we afscheid namen. Ik realiseer me hoe dierbaar het is als je de kans krijgt om afscheid te nemen. Dat je nog wat wijze woorden van je pa of ma (of wie dan ook) in je bagage kan stoppen op je verdere reisje door het leven (ja, reisJE; het leven is bloody short!). De woorden van mijn paps drijven regelmatig weer boven, juist als ik dat even nodig heb.
Dan en daar of hier en nu?
Veel mensen worden vooral blij en gelukkig van hun plannen voor de toekomst. Dat heb ik nu wel een tikkeltje minder sterk, sinds ik kanker had en mijn geliefde een paar jaar later volgde. Ondanks dat we allebei van die prachtige geneespercentages voorgeschoteld kregen en krijgen: als je kanker krijgt, voel je ineens niet zo’n helder toekomstperspectief meer. Het is dan per dag alles zien te doorstaan aan behandelstress en je durft ook daarna niet zomaar het vertrouwen te voelen dat het goedkomt. Angst om er aan dood te gaan. Dan leer je vanzelf wel te waarderen wat zich in het NU afspeelt aan moois. En dat hier-en-nu-concept blijft hangen, ook nu de ziekte steeds meer naar de achtergrond verdwijnt (godzijdank).
Maar ook als je niet een potentieel dodelijke ziekte hebt gehad: veel op de toekomst gericht zijn, geeft best vaak voer voor teleurstelling. Want de toekomst heb je eigenlijk maar bar weinig in de hand toch. Ik ken iemand die zich verheugde op de volwassen levens van haar twee kinderen. Ze zag het helemaal voor zich: samen met haar kids genieten van fijne dingen doen, mooie reizen maken en misschien wel kleinkinderen krijgen en dan vaak oppassen. Maar haar beide kids verhuisden toen ze afgestudeerd waren naar de VS. Om daar vervolgens ook echt te blijven en een leven op te bouwen. Nu ervaart die mevrouw al jarenlang vooral een groot gemis. Ze is trots op haar kids maar ze mist ze en mist allerlei momenten samen. Zo gaat dat dan. Je hele beeld van hoe het kan worden aan diggelen. En dan verheugde je je zo op de toekomst zoals je die had bedacht, dat het heden zoals het is, nooit kan voldoen…
Ik verheug me vaak vooral op de toekomst van de seizoenen, heerlijk vind ik dat! De seizoenen zijn er altijd en geven structuur en verwondering. Een seizoenswisseling die eraan komt, of als mijn favoriete seizoen (herfst) nadert; het maakt me happy. Maar daar kan ik ook in doorschieten. Ik kan me bijvoorbeeld nu -as we speak- al verheugen op ‘over 2 maanden’. Want over 2 maanden -half juli dus- is het nog maar 2 maanden wachten tot het langzaam herfst zal worden. Dus ik verheug me eigenlijk nu, hartje lente, al op het moment dat ik me al een beetje kan verkneukelen om die herfst in aantocht. Dat gaat wel wat ver, besef ik zelf ook wel. Dus hup, effe terug naar twee seizoenen eerder en de sprankelende, frisse kleuren van vandaag.
Blijven bij waar je nu bent, maakt ook het overzien van alles dat fijn is makkelijker. Morgenmiddag ben ik bijvoorbeeld het moment van de zalige geur van verse koffie in huis vanmorgen -en dat het me ineens zo blij maakte- allang weer vergeten. Maar vandaag is dat me bijgebleven. Een fijn cadeautje.
Pechdag of prima?
Tel je zegeningen. Mijn vader gaf het me niet voor niks mee. Hij zag ook wel dat het mij wat betreft de medische beslommeringen (toen al en zelfs als kind al) niet meezat. En soms kan een gevoel van pechvogel(s) zijn me wel eens een beetje overmeesteren. ‘Waarom dit nu weer en waarom ik/wij?’. Vragen die niet altijd/altijd niet (omcirkelen wat voor jou van toepassing is, haha!) een pasklaar antwoord opleveren. Want het is overal, tegenslag. Achter alle voordeuren. En bovendien: zodra ik dan ‘de toestand van het leven’ gewoon weer even kort op een rijtje zet, ebt dat pech-gevoel ook weer weg. Want je zegeningen tellen, is een helpende formule. Je ziet dan wat het echt is, niet wat jij er van maakt. Elke dag doen wij dat, aan het eind van de dag: alles dat goed was nog even langs laten komen. ‘Waar ben je tevreden over en wat was fijn/leuk/mooi/dierbaar vandaag?’. We benoemen het allebei, voordat we gaan slapen. Onmisbaar geworden inmiddels. En effectief. Want je beseft hoeveel er goed gaat, hoeveel er fijn is en de fijne momenten zelf, komen daardoor sterker binnen.
Het opsommen van alles dat goed was door de dag heen, vraagt om een moment van aandacht maar is verder helemaal niet moeilijk voor ons. Wij zijn net zo goed mazzelkonten als dat we pechvogels zijn, want in onze beider levensbagage zit ook een flinke snuf makkelijk–blij-worden-van- iets-piepkleins-aanleg. Dat is erg handig, als je dat hebt. En mazzel, dat dus ook.
Als op een dag als vandaag de gedachte door mij heen gaat ‘dat alles tegen zit’, zijn er best veel momenten waarop ik dat gevoel ook daadwerkelijk kan staven aan de feiten. ‘Waarom laat ik die fles peperdure vloeibare medicatie van Freek vallen / waarom moet de bus nou net heel erg lang stilstaan als de zon gloeiendheet op m’n kop brandt / waarom gaan we precies op dat ene terrasje zitten (= de binnentuin van Fika) waar je het stuifmeel door de lucht ziet razen en wij beiden irritant beginnen te hoesten en proesten / waarom hebben ze dat zeldzame paar schoenen waar mijn klote-pootjes wèl in passen nou net niet meer in mijn maat / waarom slaap ik dan precies beroerd in een nacht voordat ik vroeg op moest, vanmorgen / waarom… zit alles tegen vandaag?!
Maar als ik dan tussentijds even naga wat er wèl fijn, dierbaar of grappig was en wat er goed ging, kom ik op een veel langere lijst… En dan blijkt het geen k…tdag te zijn maar een doodgewone dag met goeie en minder goeie dingen.
Vandaag was bijvoorbeeld heel fijn dat ik een dierbare appwisseling had met lunchmaatje Randi (zij en ik kunnen dat goed) • Dat we heerlijk -en helemaal geschikt voor Dejan z’n eet-‘handicap’- hebben geluncht bij Gesha • Dat we opmerkelijk vriendelijke mensen naast ons hadden zitten aan een lunchtafeltje, die ons bij het weggaan een fijne dag wensten (en wij hen natuurlijk) • Dat ik een paar bloemen haalde bij een fijne bloemenwinkel in de stad, elke bloem uitgekozen met aandacht en plezier • Dat de wind misschien wel stevig was, maar juist ook zo heerlijk verkoelend in de zon • Dat op het koffieterrasje een meneer werd gebeld met een veel te harde ringtoon, waardoor je denkt: nou nou…maar hij vervolgens een super lief, vertederend gesprekje voerde met zijn vrouw. Hij praatte vrij hard, je kon er niet omheen maar het ontroerde me gewoon. Hij sloot af met: ‘dag allerliefste van mij, tot straks’. Smelt! • Dat hand in hand door de stad lopen met mijn eigen husband elke keer weer zo knus aanvoelt • Dat…nou ja, zo kan ik dus nog wel even doorgaan. En weet je wat: laat ik dat doen ook! Maar dan met wat plaatjes. Want onderhand teveel praatjes, ha!
Hier werd ik de laatste dagen blij van van alles
▼ Bij een ruilkring-meeting in Hees. Dankbaar dat we werden uitgenodigd in de riante, heerlijke tuin van een van de ruilkring-leden.
▼ Wat me ook steeds weer blij maakt: de toerist uithangen in onze eigen stad.
▼ En ja, dit hieronder maakte me echt intens blij: groente snijden aan de keukentrolley bij de terrasdeur, een merel horen zingen, de zon op de bomen, fijne bries erbij…: ik ben dan gewoon gelukkig (beetje vage foto doordat er een insecten-gaas-deur in de buitendeur zit).
En de foto helemaal bovenaan dit blog maakte ik van een van de pareltjes uit mijn zojuist uitgezochte bos bloemen. Alleen deze bloem is al een feestje, ik kan er naar blijven kijken.
Genoeg nu. Maar dit alles regelmatig opschrijven op mijn blog, is fijn. “Ik word altijd blij van jouw blij zijn” scheef een vaste bezoeker laatst. Hoe leuk! En mijzelf brengt het ook iets extra’s, namelijk het volle besef van al ‘t goede. En een mooie reminder aan mijzelf als ik hier dan soms na bijvoorbeeld een jaartje weer eens iets teruglees.
Fijn weekend gewenst, met veel klein en fijn blij zijn.
Kiki