Preventieweek baarmoederhalskanker

We moeten ‘t over iets ongezelligs hebben. 

Ik heb er een kop thee bij gepakt en ben aan mijn werktafel gaan zitten. Moet me er even toe zetten om dit blogbericht te maken, maar ik vind het belangrijk om te doen.

Deze week is het Europese Baarmoederhalskanker-preventieweek. In het nieuws en de media kun je diverse verhalen lezen van (ex) patiënten en artsen die je willen overtuigen, dat meedoen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker zo ontzettend belangrijk is. En ik ga dat natuurlijk dik, vet en met een uitroepteken onderstrepen vanuit mijn persoonlijke ervaring. Maar ik heb ook ervaren, dat er nog wat meer nodig is, dan 100% leunen op dat uitstrijkje.

Toch maar even bellen

Twee jaar geleden om deze tijd, was ik mij er nog niet bewust van dat ik -ondanks prima uitstrijkjes en het advies om in 2025 weer mee te doen aan het bevolkingsonderzoek- rondliep met een baarmoederhals-tumor van iets meer dan 4 cm. Ik had, zonder het op dat moment te weten, baarmoederhalskanker.

Het was half februari dat ik ineens een heel klein beetje ongewoon bloedverlies had. Normaliter ben ik dan zo’n tiepje dat denkt: ik hou ‘t wel even in de gaten, als het vaker gebeurt ga ik naar de dokter. Het gebeurde maar een keer, meer niet. En de reden dat ik na die ene keer, de volgende dag tòch bij de huisarts zat, was puur toeval en mijn grote geluk. Ik had namelijk kort daarvoor mijn 4e coronavaccinatie gehad en ergens gelezen dat je daar wat ongebruikelijk bloedverlies van kon hebben. Dat wilde ik even checken, meer eigenlijk niet. Toen las ik als allereerste, dat het kon gaan om baarmoederkanker. En dat je daar -ook bij eenmalig bloedverlies- meteen mee naar de dokter moest gaan. Dat deed ik dus.

Ik werd naar het ziekenhuis gestuurd, voor de zekerheid. Daar deden ze 2 maanden lang onderzoeken naar baarmoederkanker (dus niet in de hals maar in de baarmoeder zelf). Er werd steeds niks gevonden maar men vertrouwde het ook niet helemaal. Dat was stressvol. Een kijkoperatie gaf rust: alles zag er prima rustig uit, 98% kans dat er niks geks meer uit zou komen, werd  mij verteld. De arts had wel ook even een uitstrijkje gemaakt. Dat is standaard bij zo’n kijkonderzoek. Daar verwachtte hij ook niks geks meer van, maar er zou nog een officiële uitslag van komen. Ik maakte me daar geen zorgen meer om en vergat zelfs dat ik nog en officieel uitslag moment zou hebben.

Foute boel

Twee weken later kwam de uitslag met een donderklap: het was wel degelijk mis en ik had baarmoederhalskanker. Geen voorstadium zoals ik nog hoopte te horen, maar gewoon kanker in vol ornaat. Alles werd in sneltreinvaart in gang gezet, omdat ik al 2 maanden in onzekerheid had gezeten en aan het eind, ten onrechte dus, zo gerustgesteld was. Ik kwam niet meer in aanmerking voor de operatie waarbij je baarmoederhals en alles eromheen verwijderd wordt, daarvoor was mijn tumor net een paar millimeter te groot. Dan durven ze zo’n operatie niet meer aan en is er grover geschut nodig. Ik kreeg 25 uitwendige bestralingen, 3 operatieve inwendige precisiebestralingen onder narcose en 4 chemo-infuus-dagen. Doel was genezen, mijn kansen waren heel goed, mijn kanker zat nog in stadium 1 van 4. Wel in de hoge regionen van stadium 1 (later is dat bijgesteld naar stadium 2 lage regionen).

De behandelingen heb ik goed doorstaan, maar ze waren heftig. Elke dag naar dat ziekenhuis wekenlang, voor bestraling en dan ook nog chemo erbij, hebben hun tol geeist van mijn lijf. De 3 inwendige bestralingen waren deels onder narcose, deels niet. Het deel waarbij ik wakker was, moest ik urenlang doodstil blijven liggen met een heel groot bestralingsapparaat in mijn lijf. Dankzij extra goede pijnstilling -ook omdat stilliggen met mijn reuma een uitdaging was- heb ik die flinke uitdaging kunnen ondergaan zonder paniek. Dat is gelukt. De behandelingen hadden effect; tot nu toe zijn de controles heel goed. Altijd weer spannend (lees: eng!) maar ze geven ook vertrouwen. De gevolgen van de behandelingen ondervind ik nu nog: mijn darmen en blaas zijn beschadigd en dat geeft soms flinke problemen. Mijn reuma is er onrustiger door geworden en om de baarmoederhalskanker goed weg te kunnen houden, durven we mijn reuma nu niet met pittige, immuunonderdrukkende medicatie te behandelen. Dat zou mijn weerstand teveel geweld aandoen en ik heb dat immuunsysteem hard nodig om kankervrij te blijven, op z’n minst tot ik de zoveel-jaren-termijn heb ‘gehaald’ en genezen word verklaard. Het is met mijn reuma nu dus een beetje klooien in de marge, maar dat maakt ook wel creatief, ik experimenteer vooral met plantaardig eten enzo.

Het een kan niet zonder het ander

Anyway. De uitstrijkjes die ik netjes liet doen, hebben òf niet kunnen oppikken dat ik baarmoederhalskanker had, òf de tumor is pas na het laatste uitstrijkje ontstaan en snel gegroeid. Dat zullen we nooit weten. Wat ik wel weet, is dat het feit dat ik prima uitstrijkjes had, mij dus juist bijna deed beslissen om niet naar de dokter te gaan. Er kon immers toch weinig aan de hand zijn? Laat dus die uitstrijkjes zeker doen, maar: volg ook je lijf en trek echt aan de bel als iets in je lijf anders dan anders is. Liever hobbel je 4 keer teveel naar de huisarts, dan 1 keer te weinig. Vooral met gynaecologische kanker telt dat zwaar; daar merk je namelijk heel lang helemaal niks van. Je hebt echt een dokter (en dus dat uitstrijkje) nodig om te weten te komen of er iets aan de hand is of niet. Dat die arts in het ziekenhuis bij de kijkoperatie besloot ook het standaard uitstrijkje even mee te nemen al zag hij niks verontrustends, is ook een deel geweest van mijn ‘redding’. Want dat simpele uitstrijkje verraadde wat er -stiekem dus- aan de hand was, tegen alle andere, eerdere onderzoeken in.

Nee, een uitstrijkje is niet leuk om te laten doen. Maar behandelingen ondergaan tegen baarmoederhalskanker, dàt is pas echt ‘niet leuk’. Een uitstrijkje ontdekt, als er iets niet goed zit, vaak al problemen bij een voorstadium van kanker. En als je een voorstadium hebt kan dat vaak heel makkelijk, snel en zo comfi mogelijk worden aangepakt. Dat ik ertussendoor ben geglipt en dus al kanker had, was puur pech.

Maar minstens zo belangrijk als het uitstrijkje is dus dat je signaleert als je lijf ongebruikelijke signalen geeft en dat je het zekere voor het onzekere neemt. Bel.gewoon.die.dokter.

Ik ben een enorme geluksvogel (als het zo goed blijft gaan natuurlijk, fingers crossed nog steeds) dat ik door toeval, toch even aandacht besteedde aan mijn ‘probleempje’. Dat dus geen probleempje was maar een bescheiden signaal van een heel serieus probleem. Luister naar je lijf en wees er zuinig op. Ik kan het niet vaak genoeg benadrukken.

Gezondheid. 
Kiki

 

 

 

 

 

Meer hierover: klik hier voor een ander ervaringsverhaal dat deze dagen in het nieuws was. En klik hier voor meer praktische informatie.