Dinsdag 29 okt. 2019
Wij hielden de afgelopen dagen een korte vakantie en vierden de verjaardag van Dejan.
Zaterdag reisden wij naar Molenhoek, net onder Nijmegen (Groesbeek – Berg en Dal gebied). Molenhoek is het dorp waar ik geboren ben, en Dejan en ik hadden zin om daar naartoe te gaan. Het is er prachtig, met o.a. de Mookerheide.
We vierden ook nog een klein beetje mijn 50ste verjaardag omdat die door de extreme hitte die dag en onze blessures, niet echt leuk was. In plaats van samen met mijn husband en 2 vriendinnen te genieten in Deventer, moesten we naar het ziekenhuis voor Dejan z’n gescheurde enkelbanden.
Voor mijn verjaardag zouden we dus eigenlijk nog iets feestelijks doen samen met die vriendinnen van mij, in een super restaurant in Deventer. Maar dat voelde bij nader inzien toch als mosterd na de maaltijd omdat we met vrienden en familie in mei ook al een mooi feestje hadden gehad vanwege mijn 50ste. Het is ook wel een keertje best natuurlijk, ha!
Dus Dejan en ik besloten om mijn 50ste alleen nog samen een klein beetje over te doen. Molenhoek dus voor de jarige jop en jet! En in Molenhoek stap je vanaf het station min of meer meteen de Mookerheide op (of eigenlijk is dat eerst nog een stuk natuurreservaat Heumense Schans).
Ik ben opgegroeid met bos en heuvels en waardeer dat ook enorm op onze eigen stek hier in Dieren / Veluwezoom. Molenhoek is verder een saai dorp (net als Dieren) maar wel met een grote kerk die je overal herkent, en met heuvels aan de rand van het dorp. Net als Dieren. 😉
We wandelden vanaf station Molenhoek naar het zweefvliegtuig-veld. Dat ligt tussen Molenhoek en Malden in. Daar borrelden we bij boscafe Zweef Inn. We liepen via een omweg, dus werd dat een lange wandeling. Het was heerlijk uitrusten daar bij de stijgende en dalende zwevers.
Ik word blij als ik in Molenhoek ben. Zulke fijne herinneringen! En Dejan vindt het ook fijn om daar rond te hangen. Het weer was fantastisch. Er stond wel een stevige wind dus ik zie eruit als een langharige poedel met al dat haar in m’n gezicht gewaaid maar who cares!
Nadat we hadden geborreld bij het Boscafé, wandelden we terug naar Molenhoek en namen de trein naar Nijmegen. Daar gingen we eten bij De Stadstuyn. Een prima restaurant waar ze met liefde koken, heel gul zijn (sla die toet maar over, je krijgt allerlei lekkers bij de koffie waaronder een juweeltje van een chocolaatje), waar ze lak hebben aan ‘hip’, waar je tafeltje vol met glazen staat (en dat doet feestelijk aan), waar ze veel aandacht besteden aan de vegetarische gerechten en: waar Freek warm welkom is en als eerste bediend werd (bak water). Het was echt heerlijk comfort food. Ik had de parelcouscous met allerlei groenten erdoor, Dejan de vega Wellington. De bitterballen met oesterzwammen van het Boscafé waren trouwens ook to die for! Op de foto’s hieronder ook het feestmaaltje dat ik gisteravond maakte (met puntzakjes zelfgemaakte patat) en het herfsttaartje dat ik voor Dejan bakte. Daarover zo meer.
Stoere Freek!
die hondenhummel van ons heeft samen met ons zaterdag ongeveer 13 kilometer gelopen… Da’s een heel eind voor zo’n pupber-baby! Natuurlijk met de Boscafé-pauze erin, en af en toe een kleine stop, maar toch… Eigenlijk was het teveel voor wat officieel ‘mag’ op zijn puppyleeftijd. Maar wij lopen zo vaak in het bos, Freek is al veel gewend. Op de terugweg in de trein lag Freek wel helemaal uitgeteld op Dejan z’n been, ‘uit te hangen’. En thuis zocht hij zondag en gisteren de bank en zijn eigen tentje wat vaker op. Lekker uitrusten van zijn avontuur. Op de foto links hieronder hadden Freek en Dejan een goed gesprek over stoer zijn, lange wandelingen maken + avonturen 😉 en de precisie-piet is al in Nederland om te oefenen met strooien. Dat doet hij met de brokjes van Freek, die op kruidnootjes lijken (maar niet zo smaken…). Ook zie je Freek helpen met cadeautjes uitpakken, dat was gisteren. Hij is (iets te) dol op ‘bezig zijn met papier’, ha!
Het was een fantastische lange dag genieten. En thuiskomen -ik blijf dat benoemen omdat ik het elke keer weer merk- is ook een feest. Het zicht op Molenhoek (gezien vanaf de Mookerheide) is geweldig, zo met de kerktoren tussen de bosheuvels. Maar dan vanaf de loopbrug op het station weer in ons eigen dorp de heuveltjes zien liggen achter de huizen (met het zwijnenveldje ertussendoor piepend), blijft fijn!
Jarige Jop!
Gisteren was meneer Boslust echt jarig en we hebben dat feestelijk en fijn gevierd. Nu we elkaar door en door kennen, weet ik ook waar hij blij van wordt op zijn verjaardag: GEEN visite, WEL een feestje. Een feestje voor twee. En vooral voor Dejan. Ik had veel cadeautjes voor hem verzonnen. Thema: sinterklaas! Omdat hij dat als kind wonend in Servië niet echt meegemaakt heeft, verwonderde het hele Sinterklaasfeest hem behoorlijk toen hij in 2000 in Nederland kwam werken en wonen.
Dejan heeft voor zijn werk als art-director in verschillende delen van de wereld gewerkt, waaronder de VS en het Midden-Oosten. Daardoor heeft hij veel verschillende volksfeesten en feestelijke gebruiken meegekregen. Ook zijn moederland Servië (toen Dejan er woonde nog Joegoslavië) kent allerlei (fantasie)rijke rituelen en ceremonies. Maar het Sinterklaasfeest was voor Dejan toch wel een van de meest wonderlijke bedenksels. Inmiddels is ie er dol op. Wij kijken met veel gegrinnik en plezier het Sinterklaasjournaal, dat erg leuk is voor kinderen maar tussen de regels door ook voor grote kinderen. Ik wou dat ik mee mocht schrijven daaraan, lijkt me fantastisch!
Anyway. Dejan heeft ‘Sinterklaas helemaal omarmd’ en toen hij laatst bij wijze van geintje riep ‘Ik ben klaar voor een nieuw Sinterklaasjaar!’, heb ik dat onthouden. Hij kreeg een Sinterklaascadeaupakket, en alles was ingepakt in sintpapier. Hij moest er enorm om lachen, en was ook er een beetje door geraakt omdat ik alles met zoveel liefde had bedacht, zei hij. En dat was ook zo. Ik vind niks fijner dan mijn lief blij maken. Zie je die rode oogjes op die foto met de ‘mijter’? Lief…
Verder gaf ik meneer Boslust een nieuwe, super zachte warme deken voor de koude nachten (hij heeft het snel koud), een scheerspiegel, Ruby chocola, lekkere spulletjes voor z’n haren en huid, een ‘Downton Abbey kook-jaarboek’ en ik bakte een herfsttaart voor ‘m. Die lukte na een paar mislukte karamel-pogingen, heel goed, het recept komt vandaag nog in een volgend berichtje hier op mijn blog.
Versieren
Ik maakte taartversieringen bij de herfsttaart, waaronder een ‘vosje’ van 2 herfstblaadjes (foto bovenaan). Die had ik ooit gezien ergens op Pinterest en onthouden. Ik vind het fijn om de boel te versieren. Voor mijn herfst-jarige-husband versier ik elk jaar met herfstblaadjes. Een jaar lag de tafel vol met verschillende blaadjes, vorig jaar maakte ik een slinger van herfstblaadjes en dit jaar dit ‘taartvosje’.
Het vosje is zo simpel, je hebt niks meer nodig dan 2 goudkleurige blaadjes met puntjes eraan, wat lijm en 2 stiften. Plak de blaadjes zo op elkaar dat de puntjes de oren vormen en teken met witte en zwarte stift ogen, oren en ‘wangen’ erop. Later heb ik die nog wel wat netter en dikker gemaakt, met o.a. krijtstift. Dan vastplakken op een satéprikker en klaar! Wat ik trouwens nog wel deed was het vosje toen het af was, even door het gesmolten kaarsvet halen (restjes witte kaars au bain marie smelten). Dan blijft ie namelijk de hele herfst mooi. Je kunt het gesmolten kaarsvet dan ook meteen gebruiken als ‘lijm’ voor het vastmaken aan het stokje. Leuke voor een kinderherfstfeestje maar natuurlijk ook voor -daar was ie weer- grote kinderen!
Iemand zei laatst tegen ons: ‘Jullie hoeven helemaal geen pleegkinderen meer op te vangen, jullie zijn zelf kind gebleven en dat mag je nooit kwijtraken, daar moet je goed voor zorgen.’ Dat vond ik zo dierbaar. Ik denk trouwens dat wij tegelijkertijd ook ontzettend volwassen zijn geworden door de life events die we hebben meegemaakt. En dat wij al die dingen die je als een kind zo blij maken blijven omarmen, is voor ons allebei een van de manieren om de lastige momenten van het leven steeds weer tegengas te geven. En ook om het simpele, rijkste geluksgevoel te blijven voeden.
Dus ja: kind gebleven. Ik noem het liefdevol leven. Met aandacht voor wat een pleegkinder-hart nodig heeft maar ook voor wat onze eigen harten blij maakt. Het pleegzorghoofdstuk is -by the way- niet 100% afgesloten, hebben we laatst in een gesprek met onze pleegzorgwerker besloten. Maar we willen alleen nog beschikbaar zijn voor een match waarbij we niet meer met de ouders hoeven te werken want dat vinden we mooi, maar ook te pittig geworden. De pleegzorgwerker houdt nu zelf de aanvragen die binnenkomen in de gaten en komt er een specifieke vraag bij ons specifieke aanbod, dan peilt ze ons.
True love…
Gisteravond zaten wij op de bank met Freek in slaap tussen ons in. Glaasje port, knapperig geroosterde kastanjes die we in het bos vonden en heel veel kaarsjes aan. We proostten op de verjaardag van Dejan en we voelden ons weer eens zo rijk met ons leven samen. En toen moest ik ook wel terugdenken aan de momenten die ik als kind had, als mijn ouders het gezellig maakten thuis omdat er iets te vieren was. Zij hadden altijd een fijn huis, een echt thuis en dat is me altijd bijgebleven. Gisteravond voelde het dan ook ouderwets ‘thuis en gelukkig’. Zelfs de slechte foto die ik maakte (hieronder te zien), straalt het uit, ha! Het had zo een foto van vroeger kunnen zijn!
Dat rijke gevoel is er bij Dejan en mij altijd in de basis, maar piept ook regelmatig tevoorschijn in een soort van XXL variant. Op van die simpele maar juist ook speciale momenten. En toen moest ik denken aan wat ik iemand een paar jaar geleden ergens op de Britse tv in een talkshow hoorde zeggen: ‘True love doesn’t need babies’.
De heerlijke, harige hondenbaby’s uitgezonderd natuurlijk ?.
Ciao, tot gauw.