Hij staat.
Dat geldt voor de kerstboom èn: ook al een beetje voor mijn lieverd.
Wat betreft de boom: ik was dus stout – hij stond maandag al, ruim vóór pakjesavond. Foei. Nog nooit gedaan, maar ik vond dat ik verzachtende omstandigheden had voor deze Sint-overtreding.
Overigens hadden we twee dagen erna zo’n enorme dip -allebei zo verdrietig en overmand door alles dat ons is overkomen- dat ik overwoog die hele boom weer op te ruimen. Ik zei tegen Dejan: ‘de lichtjes schreeuwen ons tegemoet: feest, feest, feest!! Maar het voelt helemaal niet feestelijk’. Toch heb ik -ook op aanraden van mijn lief- de boom niet meteen weggehaald. Ik heb ‘m alleen wel op een andere plek gezet, zodat ie niet zo in your face staat te stralen als je op de bank zit. Dat hielp. Ineens werd het een troostrijk ding, eigenlijk. Inmiddels word ik zelfs gewoon heel blij van de boom. En van de versieringen -honeycomb- waar ik een zwak voor heb. Ik vind het een heerlijke retro boom en zelfs manlief glimlacht erbij als ie de kamer binnenkomt.
Waar ik ook voorzichtig blij van word: Dejan, die -precies volgens het ziekenhuisboekje- nu kleine maar belangrijke stappen begint te zetten in het herstel. Ze zeiden: de eerste twee weken NA de behandelingen wordt ‘t allemaal erger en is het enorm doorbijten, omdat de bestralingen en het slopende effect daarvan dan nog doorwerken en zelfs verergeren. Daarna begint heel voorzichtig het eerste herstel. En dat merken we nu ook.
De brandplekken in Dejan zijn hals zijn geheeld. Daardoor hoeft de wijkverpleging ook niet meer elke dag te komen maar nog maar om de 3 dagen, alleen nog om de sondepleister te vervangen. En ze schreven in hun rapportage dat ze ook een oogje in het zeil willen houden naar mij, omdat ze merkten dat ik er ook wel doorheen zit, regelmatig. Ik vind dat waanzinnig lief van ze. Ze zijn heel erg zorgzaam en nemen echt de tijd voor ons, dat doet ons heel erg goed. Fijn team.
Dejan z’n keel begint nu binnenin ook een klein beetje te helen. Een paar keer per dag een kleine slok water drinken, lukt nu. Dat is nog mijlenver weg van weer gewoon kunnen eten en drinken, maar het is al iets. En zijn energie is nog heel spaarzaam maar wel beter al.
Wat helaas ook nog niet veel minder wordt is de enorme hoeveelheid taai slijm, veroorzaakt door beschadigingen in zijn keel en mond. En dat herstelt het meest traag van allemaal. Dat is ‘normaal’ zeggen ze, maar wel heel naar. En toch: twee weken geleden kon hij gewoon niet praten van de pijn in zijn keel en mond en van het taaie slijm, nu gaat ook dat al iets beter. Dat was ook te horen bij de zorgmedewerker van Radboud, aan de telefoon, toen we samen een gesprek met hem hadden op speaker.
Gisteren wilde Dejan na weken, heel graag Freek weer eens uitlaten en jee, dat is nog gelukt ook! De rest van de dag doe ik het gewoon nog maar dit was al een enorme mijlpaal en gevoel van vrijheid en een heel klein stukje normaliteit terug voor Dejan. Deze ochtend wilde hij dat weer en dat ging weer goed. Daarna in bed uitrusten, maar toch: een stap vooruit! Voor mij was het stiekem ook best fijn, want door weer en wind met mijn reuma is ‘s morgens toch ‘t meest bikkelen. Toch lukte het gewoon prima de afgelopen tijd en gelukkig heb ik Dejan ook wel echt kunnen behoeden voor ‘te vroeg pieken’. Maar gisteren was hij heel overtuigend ineens in zijn vertrouwen om naar buiten te kunnen met Freek. En vanmiddag zijn we samen gegaan.
Waar ik ook aan merk dat hij uit het dal aan het klimmen is: grapjes. Die maakt ie weer, heel af en toe. Ik zie ook vaak een verdrietige blik en een aangeslagen Dejan. Het besef van wat hem en ons allemaal overkomen is en wat hijzelf allemaal heeft ingeleverd aan normaal leven, komt flink binnen nu hij fysiek wat opkrabbelt en niet meer alleen maar aan het overleven is. Frustraties en verdriet. Dat gewoon iets simpels als een broodje eten -of je koffietje in de ochtend als start van de dag- allemaal niet kan en dat we ook niet weten wanneer wel. Vanmiddag had ik een borreltje met 2 dierbare mensen en daar wil Dejan eigenlijk graag bij zijn, we hebben al sinds we hier wonen, een warme band. Maar Dejan kan niks eten en drinken en is nog veel te moe, dus echt meedoen wilde en kon hij niet. Wel vond hij het fijn dat ze bij ons waren. Hij heeft ze even gezien, een knuffel uitgewisseld en hij vond het fijn om ze in de kamer ernaast vanuit zijn bed te kunnen horen. En er zo toch een beetje deel van te zijn. Meer zit er niet in momenteel.
Ikzelf kan mij nog optrekken aan de stappen vooruit die ik Dejan zie maken en de fysieke vrijheid die ik gewoon heb. En de opluchting die steeds meer binnendruppelt dat ik mijn husband weer een heel klein beetje terug begin te zien. Maar voor Dejan is het allemaal nog heel erg beklemmend. En juist als je weer een beetje jezelf wordt, komt de dreun binnen: dat het leven momenteel -en nog best lang, zeggen ze- niet normaal zal zijn. Hij mist het enorm. En hij heeft het gevoel dat ons een ramp is overkomen en dat we daar murw van zijn.
Ik had gisteren in de hal van ons gebouw een dierbaar gesprekje met 2 mensen over wat er gaande is bij ons. Soms is de schrik die een ander dan toont -‘wat hoorde ik nou joh, wat erg!’- ook gewoon een soort reminder voor mij: dat het ook gewoon heel erg is. En dat je dan bij jezelf denkt: ik hoef er ook niet tegen te vechten; ons is gewoon een hele verdrietige en heftige gebeurtenis overkomen. Daar helpen reacties van buitenstaanders wel bij, om dat besef toe te laten.
De zorgverlener van Radboud zei het ook heel treffend gistermorgen: “Je komt van heel erg ver, waar je nu staat is al heel wat, maar je bent er nog lang niet. En allebei niet, want niet alleen de diagnose maar deze invasieve behandelingen hakken er ook bij de naasten van patiënten, enorm in. En ja, we waren ook gewoon nog aan het wonden likken van 2 jaar geleden bij mij. Kortom: het is fragiel allemaal, we zijn broos en heel erg moe.
Maar als we omkijken, zien we het wel dat het diepste stukje van van het dal inmiddels achter/onder ons ligt en beseffen we: we zijn begonnen aan de weg omhoog. Waar die ook naartoe zal leiden.
Ik ga meneertje Freek uitlaten en daarna met een kop thee bij de kerstboom hangen. Wat ben ik blij dat ie is blijven staan!
Hieronder nog wat kiekjes van onze boom.
Fijne avond nog.
Kiki