Dinsdagbijpraat

Een leven voor en een leven na…

Ik heb periodes dat ik veel minder blog. En dat heeft een reden. Niet om iets uit te leggen of verantwoording af te leggen (sorry, no sorry) maar ik heb wel de motivatie en behoefte om weer eens iets te schrijven dat weer wat meer ‘inhoud’ heeft en wellicht ook voor sommige van mijn bloglezers herkenning kan geven. En herkenning, is vaak ook best een beetje troostrijk. Dus ik heb er weer een koffietje bij gepakt en hup, pennen! Vanuit ‘t hart. Het gaat over sterker worden als je kwetsbaar bent.

Wanneer je met kanker te maken krijgt -of eigenlijk veel specifieker: als je zelf kanker krijgt, hebt of hebt gehad- en je gaat ervaringsverhalen lezen en horen, dan kom je steeds weer de constatering tegen dat je leven bijna ingedeeld kan worden in: ‘voordat ik kanker had en nadat ik kanker heb gekregen’. In de tijd van mijn behandelingen had ik een (heel fijne!) buddy die ervaringsdeskundige was en ook van haar kreeg ik dat steeds terug: je leven wordt nooit meer hetzelfde, in moeilijke en in mooie zin.

Calculeren

Zelf zit ik nu precies 2 jaar na mijn kankerdiagnose en ongeveer 1,5 jaar na de laatste behandelingen en nu kan ik echt zeggen dat ik herken wat er zo vaak gezegd wordt. Je leven is gewoon echt anders. Als je kanker blijkt te hebben, worden sterfelijkheid en kwetsbaarheid ineens flink onder je neus gewreven door die omstandigheden. Je hebt een potentieel dodelijke ziekte in je lijf en als je je niet laat behandelen (met grof geschut) dan ga je daar ook daadwerkelijk dood aan. Een keuze heb je dus niet. En in mijn geval weet ik ook: mocht de ziekte terugkomen, dan wordt behandelen ook wel echt een heel stuk gecompliceerder. Twee jaar geleden werd gezegd: “Je hebt echt grote en goede kansen op genezing, mits we wel de hele rataplan erop zetten. Dat betekent dat we, mocht het onverhoopt terugkomen, niet zoveel mogelijkheden meer hebben”. Ik ben zo hevig bestraald bijvoorbeeld (vooral de inwendige bestralingen waren vernietigend voor de tumor maar dat trucje kan je niet herhalen) dat bestralen zeer waarschijnlijk niet meer mogelijk is. En verder staat in mijn dossier ook dat ik allergisch ben voor de chemo die ik kreeg.

Bovendien ervaar ik nu al dagelijks de schade die de 25 uitwendige dagelijkse bestralingen hebben veroorzaakt. Ik heb nu gewoon een lastige buik gekregen. Kan niet zomaar altijd overal naartoe, zonder te weten dat ik ergens naar de wc kan of zonder een anti-diarree pil te nemen (waar ik dan regelmatig eind van de dag regelmatig weer strontmisselijk van ben). En mijn plas ophouden, is ook best een project geworden. Ik ken mensen met nog veel ernstiger bestralingsschade, dus ik prijs me rijk dat ik er nog zo goed vanaf gekomen ben. Maar alleen fysiek al, is mijn leven echt anders dan voorheen. Ik moet dingen handig plannen en calculeren.

Kwetsbaar

En dan leef je verder ook met een veel indringender besef van de kwetsbaarheid van jouw leven. Ik deed netjes mee aan het bevolkingsonderzoek en hoefde pas volgend jaar weer een uitstrijkje. Maar tussen deze 2 bevolkingsonderzoeken door, bleek ik wel met een baarmoederhals-tumor van 4 cm rond te lopen. Je lijf doet sneaky dingen, dat blijkt dan ineens. En dat hoor ik ook veel meer mensen met kanker aangeven: je voelt je niet ziek, hebt nergens last van en blijkt intussen dus een ernstige ziekte in je lijf te hebben.

Op het moment dat je de diagnose krijgt en daarna nog in verschillende onderzoeken door moet (CT scan, MRI scan, PET scan) om het probleem beter in kaart te brengen en ook zeker te weten dat/of er (geen) uitzaaiingen zijn, dan is dat voer voor angst. Je weet dat het al erg is, maar bent bang dat het nog veel erger blijkt te zijn als die onderzoeken gedaan worden. Ondanks dat ze je al wel hoopvolle signalen geven. In het ziekenhuis kreeg ik van mijn arts steun bij het toelaten van de angst. Ze vertelden mij dat mijn kansen goed waren, maar vertelden ook dat mijn angst normaal was en niet voor niks.

Dat alles, maakt je veel meer ‘bewust kwetsbaar’. En dat gevoel gaat inderdaad niet helemaal weg. Nou ben ik ook nog niet uit de ‘cruciale jaren’, ik geloof dat ik daarvoor nog 1 jaar te gaan heb en officieel -voor de 5 jaars genezing- nog langer. Maar elke controle die goed is, verlengt mijn arts vol goeie moed de tijd waarop ik weer terug moet komen, dat geeft echt wel vertrouwen. Eerst was het om de maand, twee maanden, 3 maanden, 4 maanden en ik zit nu op elk half jaar, heerlijk. Maar als dan die datum er weer aan komt, ziek ik ook mijn onzekerheid weer meer terrein winnen. Na een goeie controle, voel ik me beresterk en vol vertrouwen. Maar als de volgende controle dan is, kruipt toch de angst weer mijn hart en hoofd in. Je leeft met een soort ‘voorzichtiger toekomstbeeld’.

Het bracht ook iets

Intussen leef ik ook met andere ‘bijwerkingen’ na mijn kankerdiagnose en behandelingen: ik ben beter geworden in zelfbescherming. Die bleek ik wel nodig te hebben ook. En nu lukt me dat veel beter. Ik kan duidelijker keuze’s maken als het om goed voor mezelf zorgen gaat. Meer dan ooit, zijn Dejan en ik + onze diertjes echt mijn enige echte prioriteit geworden. Ik kan de deur dichttrekken en voelen: wereld buiten, wij binnen.

En meer dan ooit, wil ik stress zoveel mogelijk buiten de deur houden en ben ik gemotiveerd om daar meer alert op te zijn. En zeker als die stress ontstaat door iets ‘van buiten onze bubbel’, weet ik veel sneller: dat heb ik er niet voor over. Ik wil overleven, ik wil zo gezond mogelijk proberen te blijven en ik wil werken aan een fijn leven voor mijn lieverdjes en mij. Graag ook in warme, positieve of inspirerende samenkomsten met anderen, maar vooral met mijn dierbare mannen (en alleen zij zijn het, waar ik nog onvoorwaardelijk zorgzaam voor wil zijn!). En dan nog, steek ik soms nog steeds te snel of teveel mijn nek uit. Maar ik voel dan vrij snel: nee, dit moet ik en wil ik niet meer doen, het is niet goed voor mij.

Het is heel fijn om kleine, kleurige bruikbare bijdragen te leveren waar anderen blijven worden. Daar ligt mijn aanbod dan ook. Maar ik ben ook een persoonlijkheid die heel strijdbaar en onvoorwaardelijk voor anderen kan (willen) zorgen. Of die heel betrouwbaar en zorgzaam is in de communicatie. Altijd maar antwoorden, op tijd ook, en puzzelen op wat een ander misschien zou willen hebben, horen, lezen van mij. Maar het kost me gewoon teveel tijd en ruimte die ik voor bijvoorbeeld onze creatieve klussen nodig heb. Ik kies steeds beter voor mijn eigen wensen en grenzen. Dat heeft kanker mij dus maar mooi gebracht, hoe lullig ook, dat je daar zo’n gruwel-ziekte voor ‘nodig hebt’.

Cliché maar waar

En ja, ook een ander cliché is waar, want jeetje man, wat geniet ik veel meer van alles. Van echt alles. Veel gedetailleerder en intenser. Door stress zoveel mogelijk op te lossen of te vermijden, heb ik daar (dat genieten) ook meer ruimte voor. Genieten is zo’n leeg woord misschien. Smullen, dat is het. Smullen en snoepen van de mooie, fijne, speciale, leuke, gezellige, dierbare en ontroerende momenten in de dag.

Ik jaag mezelf ook veel minder op. 10 dagen niet geblogt? Niks aan de hand. ‘Maar dan raak ik misschien bezoekers kwijt’ dacht ik dan altijd. Nu denk ik: ik hoop dat ze gezellig weer terugkomen, maar ik kan niet meer en sneller en vaker dan ik kan. En ik wil het leuk, fijn of zinvol vinden om te doen.

Het vertrouwen in uiteindelijk een goede afloop van mijn nogal onaangename kanker-avontuur, groeit. Gestaag. Het is nu twee jaar geleden, de achtbaan van onzekerheid en uiteindelijk de diagnose. En soms is het vertrouwen weer even heel dun, Dan denk ik wel eens: ik ben weer bang, is dat nou mijn intuïtie, of is het alleen angst? Best lastig als je een belachelijk scherpe intuïtie hebt. Hoe vaak ik gevaar of onheil niet heb zien aankomen of aangevoeld. Maar ik weet ook: de kans dat het angst is, als ik weer bezorgd wordt, is heel erg reëel en groot en normaal. En met die angst, leer ik steeds beter leven. Bang zijn en toch functioneren. Toch slapen, werken, lachen, buiten zijn, eten, tandenpoetsen, dingen bedenken en maken, mensen ontmoeten, liefdevol zijn met je lief, knuffelen met je beestenkinders. Het gaat nu allemaal naast de angst, gewoon door. Twee jaar geleden verlamde de angst mij soms. Of werd ik wakker in paniek. Nu niet meer. Terwijl de angst soms weer even ruimte wint, adem ik wel gewoon vrij rustig door. Geen buikpijn meer van angst, geen bonkend hart of klamme handen.

Ik ben alles bij elkaar, een stabielere -en ook tevredener- tante geworden.

Het klopt wat ze zeggen: je hebt je leven voor en na de diagnose en dat zijn twee verschillende tijdperken. En ik geloof dat ik daar nog best dankbaar voor ben ook.

Dat was ‘m, mijn binnenste-bijpraat. Met liefde geschreven.

Fijne dag nog vandaag, heb ‘t goed.
Kiki