Dinsdag 4 december 2018

Thuis. 

En aan het na-bibberen van alles.
Maar vooral heel erg gelukkig hier weer te zijn. Dat ik lig te dutten en Dejan op de achtergrond hoor rommelen in de keuken, dat ik Dirk z’n oortjes hoor flapperen, ineens iets liefs naast mijn bedje op de bank zie staan, de adventskrans ruik (ipv desinfectiemiddel voor de handen), en dat alles weer vertrouwd, zacht en warm is.

En wat een vredige nacht was het, na 8 nachten niet al te best slapen en ruzie met het ziekenhuisbed. En oh, die fijne stilte om me heen nu…pfffttt!

Ik ga nu vanuit (zieken)Huisje Boslust rustig verder herstellen en moet elke dag de wond laten verschonen door Dejan. We hebben speciale pleisters van het ziekenhuis meegekregen, Dejan maakt de wond met gaasjes en alcohol schoon en plakt er dan een nieuwe pleister op. Donderdag even naar de huisarts voor een wondcontrole. Hij lekt nog steeds wel wat, maar wel veel minder dan een paar dagen geleden. En het is veilig. Geen hersenvocht, alleen wondvocht. Ik heb geen koorts, dus geen reden tot zorg (meer).

De terugreis gisteren was bijna net zo bizar als de heenreis (zondag 25 november) naar Tilburg. Onwerkelijk, een dronken hoofd (en ook een dronken loopje, plus alles slow-mo) maar zo ongelofelijk gelukkig dat we onderweg naar huis waren! En lekker eersteklas gereisd, comfortabel (al waren de geluiden van het reizen wel heftig). Louise stond op ons te wachten op het station in Dieren en had Dirk meegenomen, in de bench. Toen we op het station uitstapten, over de loopbrug liepen en ik het vertrouwde beeld zag van ons dorp drong pas goed tot me door dat de operatiehobbel nu echt achter de rug is, en dat we thuiskwamen. Dikke tranen van opluchting en blijdschap. En niet alleen omdat we thuiskwamen, maar ook omdat ik het eigenlijk gewoon al best het gevoel heb dat ik de ellende van het neurospook achter heb gelaten in Tilburg. Wil niet te vroeg juichen, dus laat ik het hier even bij maar de signalen zijn tot nu toe vertrouwenwekkend.

Ik kijk uit naar de tijd dat straks mijn hoofd hersteld is van de operatie. Alles is nu nog broos, en opgezwollen daarbinnen, de cirkel die ze uit je schedel halen om je hoofd binnen te kunnen gaan (sorry, kan het niet anders omschrijven) is teruggezet maar als een soort ‘geperst hout’ en dat is nog een zachte, kwetsbare plek net als bij een fontanel van een baby, zeiden ze. En dat weet ik nog van 1,5 jaar geleden ook. Ik voel me snel duizelig / dronken, moe en super langzaam. Ik ben (weer) dovig aan het oor van de geopereerde kant en deze keer is ook mijn gezicht links ‘verdoofd’. Ik voel mijn tanden niet (voelt als een tandartsverdoving) en mijn mond en huid tintelen een beetje. Ik moet oppassen met slikken, en kauwen, dat ik niet op mijn tong bijt (omdat ik het niet voel), niet te heet eten en drinken neem, niet (meer) het mes in mijn mond stop om af te likken (oh oh…) en pillen enzo moet ik even aan de rechterkant innemen en doorslikken. Maar zelfs al het zo zou blijven, is er veel beter mee te leven dan met de pijn en de dreigingen van het neurospook. En de verwachting is dat dit allemaal bijwerkingen zijn die nog wegslijten.

Plan de campagne
Dejan heeft op een van onze 2 banken een bedje gemaakt, daar lig en zit ik overdag op. Ik slaap nog veel en dat is nodig ook. Moet op bepaalde dingen letten: ik mag niet met m’n hoofd naar beneden, niks tillen, moet niezen met open mond en hoesten proberen te onderdrukken.
Het bank-bed gaat komend weekend weg, dan wil ik proberen een beetje ‘normaal’ te doen met gewoon beneden zijn en dan voor de rustmomentjes regelmatig een uurtje boven op bed liggen.
Bezoek doen we nog heel rustig aan. Een half uurtje even aanwaaien vind ik fijn, maar niet meer dan dat. Dejan en ik moeten samen bijkomen, de rust pakken en dat beetje ruimte dat er in ons hoofd over is, ook wel gebruiken voor het boekje. Op mijn eigen manier verder mogen werken aan ons boekje – beeldmateriaal verzamelen (inspirerend!), gemaakte foto’s bij elkaar zetten in een mapje, kleine klusjes doen, vind ik een feest, nu al. Maar na 5 minuten ‘werken’ dut ik alweer weg. Het is goed zoals het is.

Morgen vieren we trouwens ook een beetje sinterklaas. Vrienden die hierachter wonen, komen heel even een glaasje bisschopswijn drinken en ‘sinterklaas-ziekenbezoek-buurten’ en dat vind ik gezellig. En verder vieren we het gewoon rustig, op onze eigen manier. Dejan heeft bij een cateringwinkeltje boerenkoolstamppot gehaald. We vinden dat echt een sinterklaasmaaltje. Maar ik kan voorlopig nog heel weinig (en ik ben het boerenkoolmeisje in de keuken) dus we hebben het lekker kant en klaar van een goeie keuken. Met vega rookworst. We stoppen een banketstaaf in de oven, hebben chocoletters in huis en vieren rustig en relaxt ons eigen heerlijke avondje. 

Onderaan nog 3 foto’s. Van mijn eigen kamertje in het ziekenhuis (de laatste paar dagen lag ik alleen en prikkelarm en dat was erg fijn), van gisteravond weer thuis en van daarstraks. Ik zie er niet uit maar zo is het momenteel. En wat ik zo fijn vind aan de foto is dat Dirk knus bij me op de bank ligt. Ook hij heeft wel een opfrisactie nodig met z’n plukkerige vachtje maar who cares, komt allemaal wel weer en voor nu telt voor mij alleen maar dat we weer samen zijn!

Dejan had ook een foto van mij gemaakt een aantal uren na de operatie, toen ik nog lag te slapen aan slangetjes en aan de zuurstof, op de bewaking. Dat is een beetje heftige foto. Ik was nog ver weg, kon nog bijna niet bewegen, er zat een infuus in mijn arm, een infuus in de slagader in mijn pols en ook eentje in mijn voet, dat deed zeer. Ik besefte alleen heel af en toe dat de operatie dus klaar was en Dejan bij mij zat en dat was een fijn gevoel. Het is eigenlijk wel een mooie foto die Dejan maakte daar, omdat de opluchting bijna te zien was, terwijl ik sliep. Maar ik vind het een veel te kwetsbaar beeld om hier te plaatsen, dus dat blijft iets tussen Dejan en mij. Daarom omschrijf ik het maar een beetje. En vooral omdat ik me daarbij bedenk, terwijl ik dat doe, hoeveel enorme stappen verder ik al ben vergeleken met die eerste, vage uren na de operatie.
Ik heb nog een weggetje te gaan maar ik herstel prima, de engste hobbel is achter de rug, ik ben thuis en wat is dat alles een bevrijding!

Nou, dag hoor.