Zondag 23 juni 2019
Om de komende pakweg 15 jaar lekker te wonen hier, moeten wij nu nog een keer flink geld investeren. En dat doe je niet zomaar even. Zeker niet in een (vrije sector) huurhuis. Daarover nadenken, gaf een onverwachts dilemma hier bij familietje Boslust.
Keukenklus en tuintoestand
De achtertuin is, zoals ie nu is, lastig te onderhouden en super snel overwoekerd. Waardevolle planten en bloemen gaan daardoor steeds verloren.
En onze keuken heeft nog opknapronde 2 nodig. Het aanrechtblad is versleten, fornuis moet vervangen en er moet nog kastruimte bij. After all: ik heb een kookproject, die keuken is belangrijk. Vrienden willen ons weer helpen met de klus, maar alles aanschaffen kost behoorlijk wat geld. En die tuin goed krijgen, kost nog veel meer geld!
Kortom: wij moesten toch wel effe heel goed nadenken.
Kneuzenclub
Wij zijn kinderen in de bol maar een beetje bejaard in ‘t lijf. Dejan heeft heel snel rugblessures en ik heb reuma en aanverwant gedoe. Veel tuinieren, zit er niet in bij ons. En echt leuk vinden we het ook al niet. Dit alles konden we nog niet zo inschatten toen we ja zeiden tegen dit huis. Wij zagen alleen maar die bossfeer en zeiden: ‘Die tuin die pakken we wel even aan’. Dus niet. Als je het namelijk niet rigoureus aanpakt (= met graafmachine grond gelijkmaken en ontdoen van ongewenste zaken) dan blijf je bezig. En dat trekken wij fysiek allebei niet.
Wegwezen of wortelen
De keuze is dus simpel: je gooit er een bak geld tegenaan of je neemt te benen. In een indringend gesprek probeerden we samen uit te vogelen welke van de twee het moet worden.
Is een huurhuis al die investering waard? Wat is het alternatief voor deze lastige superplek? En is dat dan überhaupt wel een waardig alternatief voor ons?’ Toen we met die laatste vraag gingen snuffelen tussen het online vrije-sector-huuraanbod, stond het antwoord er meteen bij. Totaal tegen onze verwachting in.
Oei…
Een ruim appartement met twee verdiepingen, mogelijkheden voor mijn kookproject en extra werkplek. Plus een zolder, een zeer royale berging in de parkeergarage, een bad (zalig, soms!) en een lekker balkon. ‘Hoera, geen slaaf meer zijn van de tuin!!’! Ook Fiep ons kippetje zou er kunnen wonen.
Dat alles in een onder architectuur gebouwd complex op een heerlijke plek aan de rand van Doesburg, hier vlakbij. Doesburg is een relaxt en inspirerend stadje waar wij graag komen.
Gluren
We pakten de Vespa die kant op, vroegen een voorbijkomende bewoonster van het complex of het daar fijn wonen is, en werden meteen vriendelijk rondgeleid. Het appartement was al leeg, we konden ongegeneerd door de ramen koekeloeren.
‘Hier kunnen wij heerlijk wonen’.
Je woont rustig maar wandelt zo het stadje in vanuit je huis. En je hoeft niet steeds maar te denken aan een te grote tuin die teveel vraagt, en die een berg geld nodig heeft om ‘m irritatie-vrij te krijgen. ‘We gaan dan ook nog eens wonen op een plek die ons meer inspiratie geeft dan ons dorp’, zeiden we. In Dieren is het zalig ruim en bosrijk wonen maar het is ook een beetje saai dorp, vinden wij. Al gebeuren er af en toe al wel dingen waar we van glimlachen, dat moet ook gezegd.
Thuisgekomen
waren we verward.
Hoe heerlijk zou het zijn als wij, met lastig lijf en ramp-rug, verlost zijn van tuintoestanden.
‘Maar dat geliefde bos van ons dan?’
‘Daar zijn we vanuit Doesburg in 10 minuten op de Vespa of de bus’.
‘Dieren heeft een treinstation MET intercityverbindingen, dat is toch ideaal voor ons?!’
‘Vanuit Doesburg is het maar 10 minuten naar Station Dieren, en zo vaak reizen we nou ook weer niet’
‘En alle liefde die we al in huis en tuin gestopt hebben?!’
‘Daar hebben we al van genoten en dat was niet voor niks. Maar wat we nu aan ‘liefde’ (=geld) in huis en tuin gaan steken, dat is pas heftig’.
‘Wat doen we met de keet in de tuin? Die kan niet mee…!’.
‘De keet verkopen we met pijn in het hart ja, maar er is gelukkig een riante plek in het appartement om restaurantje te spelen’.
En dat geweldige uitzicht dat we nu hebben, en hoe gelukkig we tegelijkertijd ook weer wel zijn met de tuin?
Stilte.
‘En wat dan met onze Dirk die in de tuin begraven ligt…’
Stilte.
‘Laten we maar even naar het bos gaan’.
DIERbare doorslag
In het bos stak meteen bij binnenkomst een zwijnenfamilie het pad over.
Vier baby’s, twee volwassenen. Stiekempjes slopen ze een paar meter voor ons langs, via het bospad naar de bessenstruiken.
‘Lang niet gezien liefies!’
‘Knor, grom!’ en weg waren ze.
Wat blijven het toch wonderlijke beestjes. Alsof ze zo uit een sprookje komen.
We keken naar ze tot ze helemaal in het bosgroen verdwenen waren.
Freek besnuffelde het pad waarover ze langs ons waren geslopen zorgvuldig.
‘We blijven hier.’
‘Ja. We blijven hier’.
‘Volgende week gaan we naar Ikea voor de keuken’.
Thuiskomen uit het bos was een feest. Als altijd.
Ciao, tot gauw.